close
//

Kanker: voeding aanpassen om de vicieuze cirkel te doorbreken

Kanker: voeding aanpassen om de vicieuze cirkel te doorbreken

AANGEPAST DIEET

15 OKTOBER 2018

Meer dan 50% van de kankerpatiënten is ondervoed. Vroegtijdig ingrijpen op de voeding van kankerpatiënten kan de levenskwaliteit en prognose van de patiënten nochtans aanzienlijk verbeteren.

Voedingsproblemen creëren een vicieuze cirkel in de behandeling van kanker

Naast de kankerachtige cachexie zijn er ook de bijwerkingen van kankerbestrijdende behandelingen (reuk- en smaakstoornissen, kauw- of slikproblemen, braken, diarree, enz.) die een impact kunnen hebben op de voedingsstatus van de patiënt. Een verslechtering hiervan vermindert de tolerantie en de doeltreffendheid van de behandelingen en beïnvloedt de levenskwaliteit en prognose van de patiënt.

Wat zijn de voedingsadviezen voor kankerpatiënten?

Een consensus over voeding in de oncologie werd in 2017 gepubliceerd door de European Society of Clinical and Metabolic Nutrition.
Hierin wordt gesteld dat :
- niets bewijst dat een voedingsstof "de tumor kan voeden" en dat deze uit het dieet van een
kankerpatiënt moet worden verwijderd;

- vasten voor, tijdens of na chemotherapie niet kan worden aanbevolen bij een ondervoede patiënt;

- strikte diëten niet worden aanbevolen;

- vroegtijdig ingrijpen wordt aanbevolen door middel van voedingsadvies bij patiënten met een lage tot matige ondervoeding.

De energiebehoefte van de kankerpatiënt is dezelfde als die van de gezonde persoon (30-35 kcal/kg/d). Alleen in de ergste situaties is het gebruik van orale voedingssupplementen noodzakelijk die rijker zijn aan dierlijke eiwitten in plaats van plantaardige eiwitten. Bij oudere personen gaat het vooral om voedingssupplementen met snelle wei-eiwitten in plaats van caseïne. Voor een optimale eiwitopname en beter spieranabolisme wordt aangeraden de voedingssupplementen in de voormiddag toe te dienen.

Enkele adviezen voor een effectieve behandeling van kankerpatiënten

De patiënt moet vanaf het begin van de behandeling bewust worden gemaakt van aandoeningen die zijn voedingstoestand kunnen veranderen en die snel kunnen leiden tot ondervoeding, zelfs als de patiënt overgewicht heeft.

Als de patiënt ervan overtuigd is dat de voorgestelde maatregelen zijn welzijn verbeteren, zal hij de maatregelen gemakkelijker aanvaarden en de gegeven adviezen volgen. De beste controle is het stabiliseren van het gewicht of op zijn minst het gewichtsverlies veroorzaakt door kankercachexie stoppen.

Aan patiënten met een ongeschonden spijsvertering moet een gevarieerd, eiwitrijk (20% van de totale energie-inname) en calorierijk dieet worden aangeraden met meer dan 40% totale lipiden (inclusief omega-3) en 40% koolhydraten waarvan 10% enkelvoudige suikers. De maaltijden worden opgesplitst en aangepast aan de zintuiglijke veranderingen.

Voor patiënten met orofaryngeale slikstoornissen is het noodzakelijk om de textuur van het voedsel te wijzigen om een verslikking te voorkomen en het contact met pijnlijke orale zones te beperken zonder een vermindering van de calorische waarde bij gemodificeerde voedsel. Drink regelmatig kleine slokjes citroenwater om een droge mond te beperken en vermijd droge voeding.

In geval van eetlust verlies stelt u aan de patiënt voor om eerder te gaan voor drie kleine maaltijden verrijkt met eiwitten en calorieën. Introduceer dan voor de rest snacks en zorg voor de presentatie van de gerechten.

Bij vermoeidheid geeft de patiënt de voorkeur aan een snelle bereiding van de maaltijden, kleine porties, fruit rijk aan vitamine C, zoetigheid.

In geval van olfactorische aandoeningen moet er worden aangedrongen op kleur, presentatie, texturen, context, optimaliseren van de smaak. De voorkeur wordt gegeven aan sterk smakende, gefrituurde of warm geserveerde gerechten.

Patiënten die last hebben van smaakstoornissen (walging) raadt u aan om hun mond te spoelen voor elke maaltijd, de voorkeur te geven aan voedsel met weinig smaak, zacht gekookt (stomen) en te kiezen voor gevogelte, vis, eieren, zuivelproducten. Ze kunnen ook beter bittere (chocolade, koffie) of metaalachtige smaken (rood vlees) vermijden.

Bij misselijkheid en/of braken, moet de patiënt koken en eten op de momenten van de dag waarop hij minder misselijk is. Stel hem ook gesplitste maaltijden voor. Nodig hem uit om te kiezen voor koud voedsel, zonder geur, noch te vet, noch te zuur of te zoet.

La prise en charge précoce des effets secondaires en oncologie par une alimentation dédiée. Philippe POUILLART, Caroline BATTU. Actualités pharmaceutiques n° 576 mei 2018. http://dx.doi.org/10.1016/j.actpha.2018.03.011